Toen ik door Tuttifruttidorp terug naar huis liep, zag ik deze sierlijke boom die door een gat in een schuurdak groeit.
Meteen ben ik terug in de beeldhouwruimte van St. Joost in Breda, met een grote boom binnen. Je moest een trapje af, dan stond je op een onregelmatige oude vloer, bestraat met gele klinkers. Er was een dak van transparante polyester golfplaten om de boom heen gemaakt, dat prachtig licht doorliet. Van de buitenruimte was een binnenruimte gemaakt. De boom was er natuurlijk eerst. Toen wij pas. Ik was daar graag.
Hier wilde iemand veel schuur in een kleine tuin. Ik ben verbaasd dat die boom mocht blijven. De naoorlogse wijken in Noord zijn eenvormig, geen wonder dat de bewoners eigenwijze schuurtjes bouwen. Daarvoor moet meestal alles wijken.
Ik zag dat terug op de fototentoonstelling van Raymond Wouda in het Stadsarchief: 'Thuis in de stad. 100 Jaar Tuindorp Oostzaan'. Daar waren ook historische archieffoto's te zien. In het pas aangelegde tuindorp (1921), zie je een binnenterrein, met keurige, schematisch ingedeelde tuinen. Op een inspectiefoto vijf jaar later, is daar een explosie aan bouwsels te zien: schuurtjes, kippenhokken, fietsafdakjes, volières en duiventillen.
Noorderlingen zijn nou eenmaal niet te temmen, ze passen niet in een plan. Toen niet, nu niet. En deze boom laat zich ook niet kisten.