Al een paar keer zag ik vanuit de trein, grenzend aan station Sloterdijk, dit groepje rode bouwsels. Het stak fris af tegen de hoge, grijze kantoren.
Huisje met open dak, ’n toren, meerlagenbouw met glazen ruimtes bovenop; een rood minidorpje in de stad. Was dit kunst? Vervuilde treinramen maakten het lastig om een goede foto te maken. En dan ook nog precies op het juiste moment; voor je het wist was je er al voorbij.
Wie wil er nou wonen of werken tussen sporen en kantoren? Toch heeft die bescheiden nederzetting iets aantrekkelijks: de opvallende kleur, de vrije plaatsing, de glazen kassen bovenop. Daar groeien vast plannen. Het is speels. Er zit fantasie in, passie en creativiteit. Ik wil er meer van weten.
Het blijkt een klein, circulair bedrijventerrein: ‘Tuin van Bret’. Het draait om hergebruik. Met oude zeecontainers uit de Amsterdamse haven en afgedankte ramen werden het restaurant en werkruimtes gebouwd. Aangrenzend is een wijngaard aangelegd.
En dan sta ik daar, om te kijken hoe het voelt. Maar het is weekend en de poorten zitten dicht. Het komt allemaal wat verloederd over, maar het gaat erom dat daar van alles gebeurt en het mensen trekt. De wijnstokken zijn alweer gesnoeid.
Van de zomer nog eens kijken, bij het rode dorp in het groen.