Laatst waren we in het Tropenmuseum om enkele grote Arabische zangeressen te beluisteren en filmpjes van hen te zien. Maar eerst werd je door een expositie geleid over plastic.
Ik heb twee succesverhalen onthouden. De uit één stuk geperste plastic monobloc: de lichtgewicht stapelbare goedkope stoel, in 1972 bedacht door de Franse Henri Massonet. Daarna geproduceerd in Italië en geëxporteerd naar India, Oeganda en Brazilië. Zwervende en kapotte stoelen werden gerecycled.
En sinds 1945 produceerde Earl Tupper in Massachusetts, de Tupperware luchtdichte vershoudschaaltjes, handig voor in de koelkast. Vullen, de deksel indrukken en het lipje kort openen tot je het pufje hoorde.
Ze waren niet in de winkel te koop, alleen op Tupperware parties. Huisvrouwen demonstreerden thuis de voordelen voor familie en bekenden én hadden zo een bijbaantje. Dat Amerikaanse marketingidee werkte uitstekend, ook in Indonesië.
De moeder van mijn vriendinnetje Rina, gaf in de zestiger jaren in Eindhoven, ook zulke parties en ik mocht er een keer een bijwonen. Wat vond ik die schaaltjes en bekers toch prachtig. De doorzichtige producten in pasteltinten uit die tijd, vind ik nog steeds zó mooi van vorm en kleur. Ze straalden zachtheid uit. Je wilde ze vasthouden en dan natuurlijk … pfff !