In het Stedelijk ben ik naar de tentoonstelling: Karel Martens – ‘Unbound’ geweest. Een belangrijk grafisch ontwerper van 86 en ik kende hem niet.
Als je binnenkomt word je meteen gegrepen door cijfers in spetterende kleuren, als losse blaadjes op de muur geprikt. Je voelt het plezier, daar word ik blij van. 12 Rijen, een scheurkalender. Er hangt een heel jaar aan de muur!
De cijfers zijn een oneindig spel in vorm en kleur, vanuit kinderlijke nieuwsgierigheid en enthousiasme. Je ziet elementen van het oude Meccanospel en dingen die hij op straat vindt. Ik ontdek hier overlapping in, transparantie, verspringing, schakeling en weglaten. Hoe ver kun je gaan?
Zijn werk is abstract en minimalistisch: hij gaat uit van een grid en rasterpatronen. Combinaties van cijfers en letters. Hij vindt rijkdom in beperking, blijft experimenteren en vernieuwen, ook op de computer. En toeval brengt hem verrassingen.
Martens heeft lang lesgegeven. In een film daarover zie je hoe samenwerking tussen hem en zijn studenten beiden inspireert. Altijd begint het met materiaal, geen concept in je hoofd. Pak ’n vel papier: kijk en luister, voel de structuur. Waar nodigt dit papier toe uit?
Werkplaatsen, kleur, helderheid, reeksen, herhaling, patronen, beweging, speelsheid; het klikt met mij. Ik had hem graag als docent gehad.