Ik fiets door het stille straatje met de hondenkapsalon. Langs een muur van coniferen. In mijn blikveld zie ik in een flits een groot wit poezenbeeld. Maar opeens beweegt-ie. Zo gek, ik terug.
Blijkt het een echte langharige kat van flink formaat. Statig maar zacht. Hij zit als een modelkat achter het hek en is aangelijnd! Vast z'n vaste uitkijkpunt; ik denk dat hij blij is iemand te zien. Zijn ogen grenzen aan 'n symmetrische witte driehoek, die precies boven z'n neus in een punt uitloopt. Zou het een Noorse Boskat zijn? Misschien wil hij te graag meer van de wereld zien.
Deze poes leek nu helemaal zen. Ik vind katten geweldige dieren, maar dan vooral hun nieuwsgierigheid, speelsheid en onderzoeksdrift. Nieuwe elementen in 'n kamer worden meteen onder de loep genomen. Je hebt je krant nog niet neergelegd of hij zit erop. Een slingerende verpakking: wat gekraak en foetsie is-ie. Dekentje op de grond? Voor je het weet zie je een bobbel vooruit bewegen. Maar 't liefst willen ze de hoogte in voor het overzicht.
In herken mezelf in die eigenschappen. Zou dat 't zijn? Nu nog hun souplesse.