In de regen schuilen onder beton, bij het glas met reflecties en de boten in de verte.
Waar komen die dromerige kleuren vandaan? De groenige en lila gloed doen me denken aan oude ingekleurde ansichtkaarten van haventjes. En aan hoe je als kind door van die gekleurde snoeppapiertjes de werkelijkheid in één kleur omtoverde. Door de reflectie weet ik niet meer hoe de situatie daar precies was en waardoor die lichte vlakken ontstaan. Staat er een lift in water? Kan ik over een plankier van binnenuit naar de boten lopen? In ieder geval keek ik uit op de jachthaven met een woud van masten.
Ik sta onder dat wonderlijke lange gebouw, dat als een trein op een luchtbrug zo het IJ in kan kukelen. Dat industriële kraanspoor van beton, nog uit de tijd van de NDSM-werf (tot 1978), draagt zijn twee hijskranen niet meer, maar nu een modern, transparant pand van glas. Die twee contrasterende delen werken verrassend goed samen. Het opgetilde lichte bouwwerk lijkt die zware draagconstructie niet nodig te hebben, want het ‘zweeft’ erboven. Wat een gewaagd ontwerp. Oud ontmoet nieuw en kraanspoor werd kantoorspoor.
Ik sta voor glas. Het glas weerspiegelt alles, maar mij ‘ziet’ het niet. Waar ben ík gebleven?
Foto rechts: Bart van Damme | Kraanspoor 2007, OTH architecten (Trude Hooykaas)