Ik ben even terug bij een bijzonder moment van een prachtige dag.
Met m’n broer en zussen gingen we de zee op bij Scheveningen. Een groot dieselschip met een diep, ritmisch motorgeluid nam ons mee, die middag in oktober. Het was mooi nazomerweer. Het immense schip, alleen voor ons.
Toen we in vroeger in Den Haag woonden, gingen we vaak met m’n ouders naar het strand in Scheveningen. Badpakjes aan, schepjes en emmertjes mee en lekker in het water poedelen. Steeds weer even naar de strandstoel waarin mijn moeder zat. Ze vond het heerlijk daar.
Het werd al laat, we moesten terug. Er dreven roze hortensia’s op het water. Ze leken licht te geven. Je kon ze nog lang zien. Richting kust werden we stil, toen zich in de verte, in de mistige namiddagzon, een stad aftekende. Licht en zwevend als in een droom.
De as van mijn moeder werd door de wind vast en zeker meegenomen naar die magische stad. Mooier kon niet.