Soms gaat m'n opmerkingsgave misschien wat ver. Ik was op weg naar de pont en zag in het voorbijgaan op 'n vensterbank een miniem zwart beeldje. Een toelopende zigzaggende vorm, eindigend in een punt.
Ik terug. Het was een huis met eenvoudige papieren vouwgordijntjes. Na mijn verhuizing heb ik er zelf ook zo eentje gehad in het zijraam van mijn keuken. Met zon gaf dat een prachtige lichtinval.
Je zag hier een keine opening in het plissé ‘gordijn’. Misschien niet voorzichtig genoeg gebruikt, want er zat een snee/scheur in. Toen ik daar langs liep, zag ik die opening aan voor een dynamisch ijzeren beeldje.
Ik weet niet wat dat is met mijn hersenen, maar ik heb de gewoonte zaken omgekeerd waar te nemen. Dat gaat bij mij bijna vanzelf. In dit geval de kleine tussenruimte als materie zien. Deze ruimte krijgt natuurlijk wel vorm door de vouwen in het zonnescherm ernaast, maar is het niet; het blijft ruimte, het is niets.
Pas later zag ik in de weerspiegeling mijn vriend. Hij wachtte geduldig tot ik dit fenomeen geregistreerd had.