Zomaar een 'bevroren' winterplaatje geschoten in fris zonnig weer. Onaangeraakte koele sfeer, de blauwtinten, het getinte wit. Stilte. De spiegeling vreet de vormen aan. Bootjes lijken door twee gebouwen heen te varen.
Je zou bijna denken dat de panden en de bootjes precies gespiegeld zijn. Dat je de foto dubbelvouwt op de onderkant van de bootjes en dan weer precies hetzelfde ziet. Maar dat is natuurlijk niet zo; het water kan niet om een hoekje kijken. Ik mis iets. De kraan op het gebouw ontbreekt in het spiegelbeeld. Lijkt raar, maar is 't niet natuurlijk.
De bootjes zijn wat sleets. Maar de achterste heeft toch een zonnepaneel. In deze zon wordt zijn accu weer opgeladen. Die kan misschien ook op windkracht varen, te zien aan de liggende aluminium mast. Van de middelste is alle inkijk afgeschermd. Is vast door een dakloze gekraakt. Het eerste bootje wil eigenwijs tegen de stroom in.
Op de donkere façade van het gebouw staat vaag Koopman. Een man met zo'n naam is vanaf zijn geboorte al voorbeschikt. Het klinkt kleinschalig, maar het tegendeel is waar, lees ik op het Internet. Wat weliswaar ooit begon op de markt, is inmiddels uitgegroeid tot een internationale importeur van meer dan 30.000 non‑foodproducten, met vestigingen in meer dan 24 landen. Ik ben er al zo vaak langs gefietst. Nooit iets van big business gemerkt, of van de omvang van hun pand. In dit verstilde plaatje barst het dus van de bedrijvigheid.