Gek toch dat ik in een tweede rondewinkel een korrelig bruin verpakkingskarton met profiel zie hangen en meteen moet denken aan keramiek reliëfs uit de jaren vijftig en zestig.
Die kom je bijna niet meer tegen. Maar toen ik laatst een middag door Rotterdam liep, ontdekte ik er nog eentje in een toegangsruimte van een flat. Met vissen, kraan, schip en meerpaal, allemaal havenspul. En … een man met een gat in zijn borst, zoals het monument van Zadkine stond voor een stad zonder hart.
Het is de entree van de 'Maastorenflat', in 1956 met zijn 47 meter toen nog het hoogste woonwerkgebouw in Nederland. Wederopbouw: nieuwe energie, moderniteit en luxe.
Behalve aan de gestileerde mens- en diervormen, herken je die reliëfs aan de oppervlaktestructuur. Die was ruw, dus 'echt'. Daarvoor gebruikte je chamotteklei. Ook bij de religieuze taferelen voor de nieuwbouw van moderne kerken. Die wilden bij de tijd blijven, met missen in het Nederlands en jongerenkoren.
Er zijn heel wat broden chamotteklei door mijn handen gegaan. Stileren ging me goed af. Een realistische impressie maken was lastiger. De gedateerdheid kan me niks schelen; ik voel me er nog altijd bij thuis.
Architect H.D. Bakker. Reliëf: Frans Tuinstra 1923-2006