Mijn vriend is een man van het licht. Om een uur of acht stond hij vanuit mijn raam alweer de eerste ochtendzon te fotograferen. Misschien wel het laatste zomerlicht.
Het gouden zonlicht kruipt het poortje door. Er lijken nu nog meer fietsen te staan dan anders. Als je als bewoner daar de hoek om komt om je fiets te pakken, schiet je stemming meteen in de versnelling.
Aan de overkant strijkt het licht langs de muur. De neuzen van de auto's kunnen het bijna ruiken, klaar voor de rit. Maar de mensen daar moeten nog even wakker worden.
Van het blok tegenover mij, pakt driehoog het eerste licht. Het raam staat al voorzichtig open en de deur op het balkon meteen maar wagenwijd. Ik zou in de vroege ochtend ook wel zo door de zon wakker gekust willen worden.
Even lijkt het of de boom zijn schaduw tegen de zon in stuurt. Ach nee, de schaduwen van twee zuilen in de poort links, maken contact met de boom. De vervuilde bestrating wordt als eerste aangelicht. Daarbij glijdt het licht rakelings langs de gapende container, die kennelijk nog niet helemaal klaar is voor het vuil van de dag.