Vanuit mijn keukenraam zie ik dit woongebouw in steigers, voor 'n deel bespannen met wit steigergaas.
Het pand wordt in vlakken verdeeld. Een aantal verticale steigerpijpen worden doorsneden met horizontale loopplanken en leuningen met diagonalen. Een strak stramien vanuit eenzelfde maateenheid. Het gebouw met zijn eigen indeling wordt in dit grit gedwongen. Het vervagend gaas laat de twee optisch samensmelten.
En dan staat er de boom. Een hemelboom. De nog kale kroon tekent zich af tegen het witte gaas. Het netwerk van takken houdt geen rekening met het dwingend grit. Groei zoekt zijn eigen weg. Het natuurlijke tegenover het geometrische.
Mondriaan maakte 'n serie schilderijen van een boom. Door deze steeds opnieuw te schilderen ontstond er abstractie. De kleur verdween. Het werden ronde lijnen en vormen, ritmisch als de takkenstructuur. Geometrie daagt de natuur uit, op weg naar de vertaling in horizontalen en verticalen. Zijn beeldtaal. Altijd op zoek naar de meest harmonische compositie.