De pont vertrekt weer naar de overkant. Ik zie iedereen zich verschuilen; iedereen is op zichzelf.
De Japanse jongen met de oranje hoodie vind ik mooi. De onscherpte werkt verzachtend. Die stralende oranje kap schermt hem af en domineert de foto, wordt een vorm op zich. Hij zit in zijn hoofd, kijkt naar binnen. Waar zou hij aan denken? Of staart hij leeg in ‘t niets? Verveeld vind ik zijn blik zeker niet. Eerder ontspannen, begrijpend. Z’n hoofd neigt opzij. Mijmert hij soms over iets wat hij net op z’n mobiel heeft gezien? Zijn lippen lijken het oranje te reflecteren. Hij houdt voor mij iets mysterieus.
Achter hem zie je de koppies naar beneden kijken, richting smartphone. Het meisje met de fiets gaat wel ver met haar -ik ben er niet gevoel-. Met zonnebril op en geklepte pet, verdiept in haar mobiel. De jongen linksachter sluit zich met zijn koptelefoon af van de geluiden om hem heen en gaat op in zijn eigen muziek en scherm.
Hoe een aantal mensen vanuit verschillende plekken hier even bij elkaar zijn zonder contact, om dan weer uit te zwermen.